De motivatie

Hier zit ik dan, 18 januari 2007 onder het velux raam van mijn zolderkamer terwijl er een storm over Nederland raast. Alles om me heen lijkt ook te razen, het huis klappert en kraakt. Regen klettert met zware vlagen over het raam, om alleen af en toe afgewisseld te worden door het nog heftiger geraas van hagelstenen. Hoe houd ik mezelf op de rails naar de Zestig, hoe zorg ik ervoor dat ik scherp en gemotiveerd blijf. Vanaf augustus heb ik voor het eerst sinds jaren weer eens een serie wedstrijden gelopen, dat helpt de motivatie te houden, maar het is ook een aanslag op je benen. De rustige duurlopen verwerk ik erg goed, met dagelijks 15-25 kilometer lopen, af en toe een rust dag en soms een langere loop tot 35 kilometer heb ik mijn vorm op peil gekregen.

Ik ben veranderd van werk en heb daarmee de kans gepakt om mijn voedingspatroon ook bij te stellen. Ik ben van 85 kilo weer terug bij 79 kilo. Het maakt het trainen makkelijker, en mijn snelheid hoger.

Trainen voor wedstrijdjes doe je door aan je snelheid te werken, maar teveel aan je snelheid werken maakt dat je geblesseerd raakt. Ik ben vooral gevoelig in mijn kuiten en achillespezen. Een flinke snelheidstraining en ik kan een week lang alleen maar joggen met een hartslag van 115.

Ik wil zo graag 2 keer per week intervallen, het liefst met anderen, competitie maakt dat je wat verder gaat, en dat je sterker wordt, maar ik weet ook dat het een maand of 2 goed kan gaan en dan sta ik stil. Niet doen dus, ook al zeggen alle trainers dat het de manier is om beter te worden.

Ik kreeg een link door waarop je een trainingsschema kunt laten samenstellen: www.myasics.nl . Het gaat hier vooral over kwaliteitslopen, heuveltraining, interval, tempolopen. Leuk om te doen, je krijgt er absoluut een kick van en de volgende keer wil je meer en harder. Uiteindelijk sta ik dan geblesseerd langs de kant, een lot wat veel collega hardlopers treft, zelfs ervaren lange afstand lopers, die zich teveel laten bepalen door de zucht naar snelheid.

Gewoon voor mezelf bepalen wat ik aan kan en heel voorzichtig de belasting opvoeren. Je houden aan de opdracht die je jezelf geeft en niet steeds jezelf testen. Een beetje spelen met snelheid en altijd ver onder het omslagpunt. Het is saai, maar het loont. Ik raak niet geblesseerd en bij de wedstrijdjes en trimlopen vind ik mezelf vooraan in het veld terug. Vooruitgang komt niet door steeds het uiterste van jezelf te vergen, wel door rustig aan en gepland je grenzen te verleggen.

Maar waarvoor? Na 8 keer de Zestig gelopen te hebben, wat valt er te beleven aan een 9e keer? Wedstrijdjes motiveren, maar vormen ook een herhaling van mezelf. De zoveelste marathon. Voor de 12e keer de Oudejaarsloop meedoen. Er zijn hardlopers die zo veel mogelijk marathons willen lopen, 200 of 300 marathons op je naam hebben is voor mij geen uitdaging.

Ik droom van hardlopen, sta er mee op, denk er over dag aan en ga er weer mee naar bed. Toch bereik ik zo nu en dan een verzadigingspunt, dan hoeft het niet meer. In 1990 begon ik te trainen voor de Run van Winschoten. Ik liep twee honderd kilometer wedstrijden en daarna hoefde het kennelijk niet meer zo voor mezelf, ik kon me niet meer motiveren. En ook niet meer concentreren, ik sloeg trainingen over, andere dingen waren belangrijker. En ik raakte er gefrustreerd van want mijn doelstellingen had ik nog niet bijgesteld.

Toen ik in 1996 hoorde van de Elfstedentocht als etappeloop kon ik pas weer gericht trainen. Niet alleen die wedstrijd ging goed, ook de andere wedstrijden in die tijd verliepen boven verwachting.

Inmiddels is het 2007 en ik heb me een nieuw doel gesteld. De 10e keer Texel ga ik geen 60 maar 120 kilometer lopen. Het idee speelt al een half jaar door mijn hoofd en is leidraad geworden voor training en levenswijze. Inmiddels ben ik 50, maar ik geloof niet dat het veel uitmaakt op die afstand. Allicht ben ik langzamer als ik vroeger geweest zou zijn. Op een halve marathon ben ik 9 minuten langzamer, op een hele marathon 12 minuten. Hoe langer de afstand, hoe kleiner het verschil. Ik denk dat het mogelijk moet zijn de afstand binnen de limiet te lopen.

Ik wil proberen om in september de Run binnen de 9.30u te lopen, de limiet voor Texel. Mislukt dat dan heb ik nog een jaar om het wel te halen. Verder hecht ik niet zo aan snelheid, voor mij is het belangrijk om mijn grenzen te verkennen en te leren daarmee om te gaan, om mijn beperkingen te aanvaarden en daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Ik wil vooral zo lopen dat ik het mentaal en fysiek aankan.

Ik heb grote bewondering voor Thijs, die vorig jaar rond de Mont Blanc is gelopen. Dat is een uitdaging waar ik voor zou kunnen gaan, maar die ik mezelf niet durf te stellen. 160 kilometer steile rotswegen. In het totaal deed hij daar een uur of 36 over. Dat aan te durven en binnen je eigen mogelijkheden af te leggen is een belangrijk deel van de onderneming. Voor mij is de 120 van Texel voorlopig voldoende uitdaging, maar het idee is hetzelfde. Binnen mijn grenzen doen wat mogelijk is.

De storm raast, maar doel en planning maken het een stuk makkelijker om de deur uit te gaan. Motivatie heb je nodig voor die eerste stappen, eenmaal onderweg is het lopen nog iedere dag genieten, zelfs van de storm en de regen.

 

Jaap Vis,

Groningen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.